Historie van de kerk

Een verhaal over stedelijk machtsvertoon


Op de voorgevel van deze kerk staat te lezen dat deze heilige gebouwen ‘zijn opgericht uit de publieke middelen van de stad’. Deze stad was Groningen, waar het lintdorp Kiel-Windeweer indertijd onder viel. Ook de windvaan op de achthoekige dakruiter verwijst naar de oude machtstructuur: het heeft de vorm gekregen van het Groninger stadswapen. Dit machtsvertoon was bedoeld om duidelijk aan te geven wie in dit gebied het gezag voerde. 

De kerk werd in 1755 gebouwd toen de bevolking van de veenkolonie langs het Kieldiep zodanig groeide, dat het noodzakelijk werd een eigen (hervormde) kerk te stichten. In 1754 hadden de inmiddels 800 inwoners van de plaatsjes Windeweer en het nabijgelegen Lula een verzoek ingediend voor de bouw van een kerk. Eerder werd gebruik gemaakt van de kerk in Hoogezand, maar de twee uur durende voettocht er naar toe werd steeds meer ervaren als een probleem.

De kerk werd gebouwd in opdracht van de stad Groningen voor ‘5918 gulden en drie stuivers’. Het bewonersaantal bleef echter zo hard groeien dat al na een jaar na in gebruikname van het gebouw, plannen werden gemaakt voor uitbreiding. Er werd een vleugel bijgebouwd, maar ook dat bleek niet genoeg te zijn. Op de tweede gevelsteen staat te lezen dat ‘toen in het achtste jaar na de bouw de grotere toeloop van ingezetenen het onmogelijk maakte genoeg ruimte te bieden voor samenkomst, zijn deze gebouwen precies de helft vergroot door dezelfde vrijgevigheid tot verschuldigde dank aan de goddelijke beschermer en tot blijde hoop op overvloedige vroomheid’. In 1763 werd de omvang van het gebouw verdubbeld. Blijkbaar had de stad Groningen bij het bouwen van de kerk nooit kunnen voorzien dat het inwonersaantal in de veenkolonie zodanig zou stijgen.